Op de voorgevel van het hoekhuis op de Mozartlaan nummer 1 kun je de eerste steen bewonderen.
Deze steen is in september 1923 onthuld door de SDAP wethouder van openbare werken, Dhr G.C.B. van Dijk. Architect Klaarhamer was daarbij aanwezig. In het midden van de steen is er ruimte uitgespaard voor een goudkleurige tegel met het opschrift ‘’Buiten Thuis’’.
‘’Buiten Thuis’’ was de in 1919 door de Nederlandse vereniging van huisvrouwen opgerichte woningbouwvereniging, die opdracht heeft gegeven voor de bouw van de eerste ‘’middenstandshuizen’’ in de nieuwe ‘’tuinwijk’’ Oog in Al. De uitvoering kwam in handen van de Utrechtse architecten Klaarhamer en van der Lip. Het was de bedoeling dat de huisvrouwen meebeslisten over de ontwerpen van de woningen. Een eerste ontwerp van de woningen uit 1921 werd afgekeurd. Het betrof wit gepleisterde rechthoekige woonblokken van twee verdiepingen met zwarte, blauwe of gele ramen, deuren en daklijsten. De Inspecteur van de Volkshuisvesting Wentink vond de huizen van dit eerste ontwerp te veel op ‘’pakkisten’’ lijken. In een wijk als Oog in Al verwachtte men volgens hem eensgezinswoningen in tuindorpstijl.
Volgens het Nederlands Architectuur Instituut is de volgorde van bouwen van de eerste huizen in de eerste straten als volgt:
1920- Richard Wagnerlaan 1-15
1922- Bachstraat 1-5
1923- Schumanstraat 2-24
1923- Mozartlaan 1-36
“’Buiten Thuis’’ zou uiteindelijk 101 woningen in Oog in Al laten bouwen en ging daarna failliet. Particuliere bouwbedrijven namen daarna de bouw van huizen in de nieuwe wijk over.
Bronnen: NAI (Nederlands Architectuur Instituut, nu: Het Nieuwe Instituut) over architect Klaarhamer , Piet Klaarhamer, Architect en meubelontwerper van Marijke Kuper en Monique Teunissen, Utrecht 2014 en Gids voor architectuur en stedenbouw in Utrecht 1900-2005 van Catja Edens en Bettina van Santen, Utrecht 2004
De eerste steen, zoals afgebeeld en aangebracht op de gevel van de woning Mozartlaan 1, is vermoedelijk helemaal geen eerste steen. Ga maar na, op de gedenkplaat staat als datum van steenlegging september 1923. En in bijbehorend verhaal wordt uit de doeken gedaan in welke volgorde deze zogenaamde Klaarhamerwoningen werden gebouwd. Dat is mooi, want ik was er nog nooit eerder achter gekomen. De eerste van die woningen werden al gebouwd in 1920, aan de Richard Wagnerlaan. Daarna die aan de Bachstraat (nrs. 1-5) en Robert Schumannstraat (nrs. 2-24). De overige Klaarhamerhuizen aan de Bachstraat (oneven nummers) worden niet vermeld, maar zullen ook wel daarna gebouwd zijn. En de laatste in 1923 aan de Mozartlaan (nrs. 1-36). Het kan dus geen eerste steen geweest zijn, maar eerder een gedenkplaat ter nagedachtenis aan het voltooien van het hele Klaarhamer-project. Als kind, woonachtig op Mozartlaan 31 dacht ik dat er iemand begraven lag, zo deed de somber uitgevoerde gedenkplaat denken aan een grafsteen.
Beste Boudewijn. Wat leuk om de reacties te lezen van een oud bewoner van Oog in Al. Hoe meer reacties en aanvullingen, des te completer wordt het beeld van de wijk.
Nog even over de eerste steen. Ik heb er voor gekozen om toch over ”de eerste steen” te spreken om twee redenen. De belangrijkste is een uitspraak van de architect Klaarhamer zelf. Hij hield er niet van om in de belangstelling te staan. En in een brief aan de kunstenaar B.van der Leck schreef hij ooit over een voorbeeld van aandacht en waardering waar hij niet van hield. Ik citeer:
“De eerste steenlegging van “Buiten Thuis” was het ergste in die lijn wat me is overkomen, en dat was geen plezier. Dáár voor die heele verzamelde meenigte zulke mooie dingen te moeten slikken. t Was beangstigend” (Bron: Marijke Kuper, Monique Teinissen, Piet Klaarhamer. Architect en Ontwerper, Utrecht 2014).
De tweede overweging: het kan wel eens zo zijn dat het de eerste steen van de Mozartlaan betreft (immers:1923) en dus niet van het hele Klaarhamer project.
Hallo Anna, je overwegingen om dit toch de Eerste Steen te noemen klinken overtuigend, al is dit niet te lezen op de plaquette zelf en was het project al bijna afgerond in 1923. Maar ja, als Piet Klaarhamer het zelf al zo noemt…