In 1962 komt er een nieuwe brug in de wijk: de Mozartbrug over de Leidsche Rijn. De gemeente noemt de brug ook wel brugje en de bouw ervan niet urgent maar de doorslag voor de aanleg vormt de bouw van de nieuwe wijk Welgelegen. Voor de nieuwe bewoners zijn de winkels aan de overkant van het water in Oog in Al moeilijk te bereiken. En voor de bewoners van Oog in Al komt er zo een snellere verbinding met de stad. Bewoners kunnen tot dan toe alleen de wijk in en uit via de sluisjes en de Muntbrug over het Merwedekanaal en de Hommelbrug iets verderop over de Leidsche Rijn.
Al in 1960 worden de eerste schetsen voor de wijkverbindende brug gemaakt.
Maar er moet rekening worden gehouden met de 21 woonboten die in de Leidsche Rijn liggen tussen de Hommelbrug en de toekomstige Mozartbrug. Deze boten met namen als de Ouverture en Faja Lobbi moeten nog wel van hun plek af kunnen en daarom is een vaste brug geen goed idee. Een andere ligplek voor de boten wordt niet gevonden. Dus wordt er in het ontwerp rekening mee gehouden dat de brug open kan. En dat betekent een duurdere brug dan een vaste brug. Er wordt gekozen voor een tussenoplossing: een brug met een uitvaarbare middenoverspanning van 5.50 meter breed. De brug bestaat uit twee vaste betonnen aanbruggen en een stalen middengedeelte dat omhoog kan en daarna uitgevaren kan worden met hulp van een dekschuit. Eigenaren van de woonboten mogen dan 1 x per jaar hun boot naar de werf brengen voor onderhoud en dan zal de brug open gaan. De brug wordt 13.20 meter breed waarvan een rijbaan van 8 meter en twee trottoirs van 2.60 meter. De leuningen worden van staal. Kosten worden geraamd op 245.000 gulden.
Langs de Leidsche Rijn staan veel bomen, ook aan het eind van de Mozartlaan, de plek waar de nieuwe brug moet komen. Voor drie bomen wordt een kapvergunning aangevraagd. Het gaat om twee eiken en een kastanjeboom.
Er is nog onduidelijkheid over wie de eigenaar is van het deel van de Leidsche Rijn waar de brug moet komen, is dat de Rijksoverheid of de Gemeente? Het blijkt eigendom te zijn van het Rijk en in 1965 worden de eigendomsrechten geschonken aan de gemeente Utrecht.
In juli 1961 valt het besluit in de gemeenteraad. De brug is weliswaar niet urgent, wethouder Derks: hebben we geen belangrijker dingen te doen?, maar maakte al wel deel uit van het uitbreidingsplan Welgelegen van 1958. Daarom wordt nu de knoop doorgehakt want van uitstel komt mogelijk afstel. Ook al vindt men het wel zonde dat er weer een stukje ‘’natuurschoon’’ verdwijnt.
Polyester wegdek
In september worden de werken aanbesteed. De gewapende betonpalen en damplanken worden geleverd door De Liesbosch, Beton- en Spanbetonfabriek uit Utrecht voor 14.639 gulden. Nieuw is dat men voor de rijweg en voetpaden kiest voor een zelfdragende plaatconstructie voorzien van een slijtlaag van polyester om zo gewicht te besparen. Dit is een experiment dat wordt uitgevoerd door NV Machinefabriek Hoogenlande voorheen Pannevis & Zoon uit de Nieuwlichtstraat in Utrecht.
Het maken van de twee aanbruggen van gewapend beton met bijkomende werken voor een stalen brug worden gegund aan de Amsterdamse Maatschappij A. Broere’s Aannemings Maatschappij voor 95.700 gulden. Broere is betrokken geweest bij veel waterbouwkundige werken in Amsterdam en naar blijkt naar volle tevredenheid aldaar. Achttien bedrijven hadden zich hiervoor ingeschreven waaronder H.P.C. Peek en B. van Hees uit Utrecht.
Tijdens de bouw komt er een houten keet te staan aan de kant van Park Oog in Al met een overdekte rijwielstalling voor drie fietsen, een keuken met aanrecht en gootsteen en een afsluitbaar closet met waterspoeling.
In november 1961 wordt met de bouw van de brug begonnen en de verwachting is dat deze zo’n half jaar zal duren. Tijdens de werkzaamheden komen er waarschuwingsborden langs de kant en aankondigingen in de krant dat de scheepvaart tijdelijk gestremd is van 1 november 1961 tot 1 mei 1962. Maar van veel scheepvaart in dit deel van de Leidsche Rijn is sowieso al geen sprake meer.
In maart 1962 schrijft het Nieuw Utrechts Dagblad dat de bouw van de brug aardig op gang is.
En op 8 juni 1962 wordt de Mozartbrug in gebruik genomen. Op het uitvaarbare middengedeelte pronkt de naam: MOZARTBRUG.
De Mozartbrug wordt een tijd lang het vertrekpunt van Sinterklaas door de wijk.
Elk jaar gaat de Mozartbrug enkele malen dicht voor het doorlaten van woonschepen.
In 1969 gaat het goed fout. Er vindt een ongeluk plaats bij de brug als een kraanwagen kantelt die bezig is met het takelen van het middengedeelte om enkele woonboten doorgang te verlenen (foto’s HUA 45531, 45529, 45530 en 45526)
Het brugdeel blijkt te zwaar voor de kraan en met het middengedeelte van de brug in de takels vallen kraan en brugdeel in het water. Dit trekt veel bekijks en de brug is tijdelijk buiten gebruik. Transportbedrijf E. J. van Dijk is snel ter plaatse voor het opnemen van de schade.
Garage Gebroeders Winkelman
Sinds 1933 zit er op de drukke uitvalsweg Leidseweg 117 (toen nog Rijksstraatweg 26 Oudenrijn) een garage van de Gebroeders Winkelman (eerst onder de naam Garage Rhijnshoek). Het gaat om drie broers Winkelman. Om de ligging van de garage aan te geven adverteren zij met de omschrijving tegenover Oog in Al. Ze leveren auto’s met en zonder chauffeur (jaren 30) en zijn dealer van Goliath, Morris, Hansa en Skoda en vanaf 1961 vooral van Fiat. (advertenties in UN: Goliath 1954 en Hansa 1959)
In 1952 openen ze een spiksplinternieuw doorsmeerstation.
En vóór de garage kun je benzine van Shell tanken. Ook bij het drukke verkeersplein Oudenrijn iets verderop hebben de gebroeders een pompstation.
Deze wordt in augustus 1957 bruut overvallen door een man met twee pistolen die met een feestneus enigszins vermomd is. Hij gaat er met een buit van 300 gulden uit het geldkistje vandoor (dit terwijl er in de kluis 10.000 gulden ligt) De politie is snel ter plaatse en zet alle wegen rondom het verkeersplein Oudenrijn af en voert controles uit maar zonder resultaat. Mogelijk is het dezelfde overvaller die laatst (mét feestneus) ook een benzinestation bij Vinkeveen heeft overvallen.
Verderop op de Rijksstraatweg (later Leidseweg) zijn ook nog de garage’s van Jan Jongerius (Leidseweg 129-130) en de familie Trapman (nummer 124) te vinden.
In de plannen van de gemeente bij de aanleg van de brug wordt er op de plek van de garage een kleine rotonde getekend en wordt ervan uit gegaan dat de garage zal worden uitgekocht voor 150.000 gulden. De garage bevindt zich precies aan het einde van de getekende Bartoklaan.
Maar de gebroeders Winkelman blijven en hebben hun garage zelfs nog uitgebreid met een prachtige showroom om de hoek in de Bartoklaan. Hier vinden regelmatig tentoonstellingen plaats zoals die van FIAT in 1961. Winkelman wordt dan Fiat dealer en organiseert een eerste FIAT show op 8 en 9 december.
Elk jaar volgt er zo’n show. Een advertentie van Winkelman over de Fiat 1800 uit juni 1962 spreekt over deze auto als Mooi zo, zó mooi, met asbakjes voor en achter.
Asbakjes voor en achter, schijfremmen voor en achter, uitzicht voor en achter en opzij, heeft alle 6 cilinders op een rijtje, zes? Ja 61 bij ISOOcc, enige cilinderwagen onder de 10.000 gulden ( F 9.990) ruim, royaal riant, urenlang 140 km en dan zonder schakelen, –zes cilinders!– naar 40 km en terug, geruisloos, in 17 sec. van 0 op 100 km per uur. Mooi zo. Zó mooi!
Na vertrek van Garage Winkelman in de jaren 80 hebben er nog andere bedrijven op deze plek gezeten waaronder Renault dealer Evert Kroon BV en een meubelzaak. Voor de aanleg van de nieuwe woningen rond 2005 aan de Bartoklaan/hoek Leidseweg (met onder meer tandartspraktijk Bartok) is het pand afgebroken. Dit jaar bestaat de Mozartbrug precies 60 jaar.
Bronnen
Foto bovenaan: De Mozartbrug in aanbouw met op de achtergrond de Garage van de Gebroeders Winkelman, HUA 45523, foto van politie Utrecht april 1962
Het Utrechts Archief, Gemeentebestuur Utrecht, bouw Mozartbrug 1960-1962. 1007.3/24128
Utrechts Nieuwsblad, 1933-1967
Nieuw Utrechts Dagblad, 26 maart 1962 en 26 augustus 1957
Vrije Volk, 9 juni 1962
Dag Anna,
Leuk stuk geschiedenis van de wijk. Ik heb het allemaal zien gebeuren en vond die brug maar een overbodig ding. Voor die tijd fietste je gewoon door het park en dat was net zo snel. Daarom is die route nog steeds een fietspad.
Onze eerste auto kochten we bij Winkelman: Fiat 750, nieuw voor fl 5000.- . In 1971. Als jong huisarts moest ik een auto hebben maar verdiende toen slechts fl. 700.- per maand. Benzine tankte je altijd bij Winkelman en met de zoons zaten we in de klas op het Chr. Lyceum. Pa was ouderling van de Matheuskerk (toen NH). Zijn zwager ‘ome’ Leen Visser had een autobedrijfje aan de Groeneweg bij de sluis
Door mismanagement is Winkelman rond 1975-80 failliet gegaan – Winkelman moest contractueel een bepaald aantal Fiats afnemen voor een korting en dat haalde hij niet meer – en is de garage gesloopt. Garage en woonhuis erboven zaten buiten het faillissement en daardoor is de familie niet aan de bedelstaf gekomen maar wel Utrecht verlaten.
Groet,
Ran
Groet,
Dank je Ran voor je mooie aanvulling als ooggetuige!