Al in 1936 bestaan er plannen voor de aanleg van een extra brug over het Merwedekanaal om de wijken Oog in Al en Jaffa, Majellapark, Cartesiusgebied en de rest van de stad met elkaar te verbinden en daarmee ook de verkeersoverlast bij de Muntbrug te verminderen. Deze nieuwe brug wordt als een onmisbaar onderdeel gezien voor de toekomstige westelijke rondweg. De brug over het kanaal is niet alleen verkeerskundig van belang, maar dient ook tot verfraaiing van het stadsbeeld.
In de gemeentebegroting van 1937 wordt er geld gereserveerd voor de bouw van deze nieuwe brug en in 1939 valt het besluit in de gemeenteraad. Het jaar daarna (oktober 1940) wordt er begonnen met de onderbouw van de brug, de opritten en vleugelmuren. De beide landhoofden worden aangelegd. Vorstverlet en tijdelijke beslaglegging door de Duitsers op de materialen spelen de voortgang van de werkzaamheden parten.
In 1941 krijgt de brug een naam: de Spinozabrug. Vernoemd naar de Spinozaweg. In 1942 gooit de bezetter roet in het eten en wordt de bouw van de brug stilgelegd in verband met de afgekondigde bouwstop van de Duitsers voor heel Nederland (1 juli 1942). De onderbouw is dan deels gereed, de bovenbouw ontbreekt, de reeds gemaakte onderdelen daarvan worden tijdens de oorlog door de constructeur de firma Penn & Bauduin te Dordrecht gedurende de rest van de oorlog op hun terrein verborgen.
Eind van datzelfde jaar krijgt de brug (die nog niet bestaat) een andere naam van de Duitse bezetters, namelijk Bollandbrug en de Spinozaweg wordt: Bollandweg. Want een brug naar de uit een joodse familie afkomstige Spinoza vernoemen was nicht im Frage.
Na de oorlog is er gebrek aan geld en bouwmaterialen. Daarom staat de Spinozabrug pas in december 1948 voor het eerst weer op de agenda van de gemeenteraad. En in juni 1949 wordt er afgesproken dat de Spinozabrug nu toch nodig voltooid moet worden. Er is weer voldoende staal voor handen en de verkeerssituatie bij de Leidseweg de stad in en uit neemt onacceptabele vormen aan. Het wordt hoog tijd voor een Westelijke Rondweg om de stad. Ook handig trouwens voor de bus (lijn 4) naar Oog in Al.
De gemeente schakelt gerenommeerde constructeurs, aannemers, architecten en kunstenaars in. De aanbesteding van de brug wordt in 1950 gegund aan aannemersbedrijf fam J. H. Heijmerink voor de som van 166.420 gulden. Het gaat om een brug die lijkt op de Paul Krugerbrug, die al dateert van in en vlak na de oorlog (aan de andere kant van de Muntbrug), namelijk een tweevoudige rolbasculebrug. (De Paul Kruger brug heet nu trouwens Sowetobrug (na acties van studenten van de School voor Journalistiek op de destijds nabijgelegen Ravellaan tegen het apartheidsregime bij de verbouwing van de brug naar een brede vaste brug in verband met de aanleg van de sneltram in 1983).
In april 1950 geeft de gemeenteraad met unanieme stemmen groen licht voor de voltooiing van de brug. De brug zal worden gemaakt door het reeds genoemde bekende familiebedrijf Penn en Bauduin N.V. uit Dordrecht, een ijzergieterij gespecialiseerd in bruggen en vuurtorens. Architect Daniël Verhoeven van Dienst Openbare Werken, woonachtig in de wijk op de Dantelaan 44, heeft de brug ontworpen. Zijn ontwerp dateert van voor de oorlog en de brug wordt nu naar dit vooroorlogse ontwerp uitgevoerd. Verhoeven is ook leraar binnenhuisarchitectuur aan de avondkunstnijverheidsschool op het Janskerkhof.
De Spinozabrug komt schuin over het kanaal te liggen en wordt daarom ontworpen met twee afzonderlijke, naast elkaar gelegen brugklappen met middenin het bedieningshuisje van de brugwachter.
In nauwe samenwerking met Verhoeven ontwerpt de jonge kunstenaar Pieter d’Hont (1917-1997) in het kader van de toegepaste beeldhouwkunst een beeld voor op de brug. Het betreft een vrije opdracht van de gemeente rond het thema wijsbegeerte. Want de brug is immers vernoemd naar de Nederlandse wijsgeer Baruch de Spinoza (1632-1677). Het is één van de eerste opdrachten die de kunstenaar krijgt na het ontvangen van de zilveren Prix de Rome in 1940. Het beeld, gemaakt van Franse kalksteen, wordt een vrouwenfiguur met in de rechterhand een brandende fakkel (de geest) en in de linkerhand een boek (de materie), getiteld “de Wijsheid”. d’Hont maakt het beeld in zijn eigen atelier in het bolwerk Manenburg (al waar hij 57 jaar lang tot aan zijn dood in 1997 is blijven werken).
“De Wijsheid” is al in 1943 af maar wordt pas 8 jaar later in april 1951 op de brug geplaatst. Het beeld komt op een hoge pilaar op de brug te staan. Pilaar en beeld zijn samen negen meter hoog.
Enkele andere ontwerpen van zijn hand zijn Anne Frank (1959) op het Janskerkhof, de Bizon (1968) op de Beneluxlaan en het bekende bronzen beeldje Edison van de muziekprijs. Er staan uiteindelijk meer dan veertig werken van d’Hont in Utrecht.
Vanwege de scheve kruising van de weg en de vaarweg wordt de brug uitgevoerd als een dubbele rolbasculebrug waarbij de beide brugklappen ten opzichte van elkaar zijn verschoven en met middenin het brugwachtershuisje. Om te voorkomen dat de brug in de rondweg te vaak open moet voor het varende verkeer, wordt de vrije doorvaarthoogte zo hoog mogelijk gemaakt (3.50 m bij gesloten brug). Als gevolg daarvan wordt de oprit vanaf de Spinozaweg erg lang met extra keermuren.
Aan weerskanten komen er zijmuren van baksteen met op de bovenkant een versiering met smeedijzeren ballustrades. Deze hekwerken naar ontwerp van architect Kuiler worden uitgevoerd door smederij J. Baas uit Zuilen.
Rond 1 juli 1951 zal de brug klaar zijn. Maar omdat de werkzaamheden uitlopen wordt de opening van de brug verplaatst van juli naar eind september of begin oktober.
Ondertussen is er een comité hard aan de slag met het voorbereiden van allerlei feestelijke activiteiten want er moet een groot feest komen als de brug er eenmaal is. Er komen zelfs twee feestcomité’s die nauw gaan samenwerken: het comité Oog in Al Opening Spinozabrug met als voorzitter W. Rosenstok uit de Byronstraat van de Wijkvereniging en met als secretaris J. van Selm, groenteboer uit de Händelstraat 77 én het comité van de Middenstandsvereniging van Jaffa.
De voorlopige feestplannen bestaan uit: veel verlichting en een aantal geluidsinstallaties in de wijk, een etalagewedstrijd van de winkeliers, spandoeken in de straten, markt op de Lessinglaan, bonnen bij aankoop in de buurtwinkels én het treintje van Ahoy. Ook komen er atletiekwedstrijden georganiseerd door Hellas: de Ronde van Oog in Al, met veel fraaie prijzen. Inschrijven kan bij kapper J.A. van Eck in de Händelstraat 79. Kortom, aldus het UN : een feestweek dat er wezen mag! Alle baten gaan naar het Rode Kruis.
In september helpt de Utrechtse brandweer met het takelen van de 240 kg zware rolstukken voor in de betonnen houders. De landhoofden met opritten en ballustrades zijn dan al gereed.
Op 25 september arriveren de twee bascules, de twee delen van de dubbele basculebrug. Het scheepvaartverkeer moet worden stilgelegd. Elk deel is 25 meter lang en weegt 150 ton en met veel passen en meten wordt de eerste brughelft met de zuidelijke rijbaan op twee drijvende bokken als eerste gelegd op 26 september. En de volgende dag volgt de tweede bascule met de noordelijke rijweg.
Eindelijk krijgt Oog in Al zijn langverbeide verbinding met het centrum van de stad kopt het Utrechts Nieuwsblad. Maar door problemen bij het afmonteren van de brug wordt de opening nogmaals uitgesteld.
En dan is er een openingsdatum: het wordt 7 november 1951. En burgemeester Coen de Ranitz komt in hoogst eigen persoon de brug officieel openen. De feestweek van 3 t/m 10 november van de wijken Oog in Al en Jaffa krijgt als toepasselijke titel: Kom over de brug!
Op de bewuste 7 november is het helaas een regenachtige koude dag. Maar dit mag de openingspret niet drukken. De vlaggen wapperen. En als om 14.00 uur de officiële openingsplechtigheid begint wordt het zelfs even droog. Het wolkendek scheurde vaneen en toen kon men ongestoord getuige zijn van deze plechtigheid, aldus het Utrechts Nieuwsblad de dag erna. Burgemeester de Ranitz staat klaar om het rood-witte lint door te knippen. Met hem is het voltallige gemeentebestuur meegekomen en ook nog enkele raadsleden. Ook kunstenaar Pieter d’Hont is uitgenodigd. Er zijn veel toeschouwers, er hangen mensen uit de ramen en een enkeling is zelfs het dak opgeklommen om niets te hoeven missen.
De burgemeester loopt na het verbreken van het lint als eerste over de brug met de voorzitters van Oog in Al en Jaffa aan zijn zijde. Daarachter veel autoriteiten en het politie muziekkorps dat een pittige mars speelt.
Het gezelschap stopt bij het bedieningshuisje op de brug alwaar de burgemeester een fruitmand in ontvangst neemt voor zijn zieke echtgenote. De elfjarige Adri Herremans uit Jaffa en Dirk Jan Hart uit Oog in Al mogen de mand overhandigen.
Daarna voert de heer Herms van ‘t Land van de Middenstandsvereniging Jaffa het woord:
Waarna Rosenstok van Oog in Al het woord krijgt:
De Ranitz sluit af met de woorden:
Hierna verklaart hij de brug voor geopend. En letterlijk wordt de brug opengezet om het eerste vaartuig onder luid sirenegegil langs te laten. Het betreft het schip Van der Steng van ‘onze Marine’ met een groep padvindsters aan boord.
Daarna gaat de brug weer dicht om het eerste voertuig over de brug te laten rijden. Het gaat om een met bloemen gepavoiseerde bus van lijn 4. De chauffeur krijgt een doos sigaren aangeboden namens de dankbare wijkbewoners van Oog in Al.
Nadat de eerste bus over de brug is gereden laat de jeugd honderden rode en oranje ballonnen op waarvan de meesten direct in het Merwedekanaal terecht komen. De genodigden krijgen vervolgens een kopje thee op de aangemeerde Van der Steng waarna een rondrit door Oog in Al en Jaffa volgt in de pleziertrein. In beide wijken is het de hele dag levendig en gezellig. Er zijn veel mensen op de been, ondermeer om de vele fraaie etalages van de lokale winkeliers te bewonderen. En na het vertrek van het politie muziekkorps klinkt er vrolijke (een beetje te harde, aldus het UN ) muziek uit de luidsprekers in beide wijken. ‘s Avonds om 22.00 uur is er nog een groot vuurwerk op de Lessinglaan tegenover de Racinelaan. Op deze weilanden en boomgaarden zal een paar jaar later Halve Maan Noord worden gebouwd. Met de nodige knallen schieten de pijlen de lucht in. Met als hoogtepunt een vuurwerk in de vorm van de Spinozabrug die hard dichtklapt.
De hele week zijn er nog de nodige festiviteiten. De Ronde van Oog in Al die voor 10 november gepland stond gaat niet door.
Ongelukken
Tijdens alle feestelijkheden wordt er met geen woord over gerept, maar vijf dagen voor de opening van de brug is op 2 november de jongen C. van Geelen (10 jaar) uit de Surinamestraat verdronken in het water naast de brug. Hij is die dag met vriendjes aan het spelen met een oude kinderwagen die ze van een helling af laten rijden. Één van hen geeft de kinderwagen een duw met C. van Geelen en B.K. van de Laan van Nieuw Guinea erin, waarop de kinderwagen in het water terecht komt. Een andere jongen B.J. Jeruzalem springt meteen het water in en weet B.K. te redden. Een passerende schipper probeert de andere jongen te redden door hem zijn vaarboom toe te steken. Maar het jongetje kan hem niet vasthouden en verdrinkt.
Het raadslid Ch. Ultzen van de CPN stelt tien dagen later vragen in de gemeenteraad over het noodlottige ongeluk van de 10 jarige jongen. Hij vraagt zich af of het verdrinkingsgeval bij de Spinozabrug niet voorkomen had kunnen worden. Als de gemeente nu eens meer speeltuintjes had aangelegd en vooral ook een kinderspeelplaats in de buurt van de brug dan hadden de jongens daar kunnen spelen..
De redactie van het UN denkt er het zijne van:
Indien wij mogen aannemen, dat de schreeuwerige berichten in „De Waarheid“
de mening vertolken van het raadslid Ultzen, dan zal deze ~~indien de interpellatie wordt toegestaan~~
het gemeentebestuur verwijten, dat er in de stad Utrecht te weinig speelplaatsen zijn.
Een en ander wordt dan in verband gebracht met het tragische verdrinkingsgeval hierboven genoemd. Indien B en W dit verwijt afwijzen gaan wij daar (bij voorbaat) hartelijk mee accoord. Bij herhaling hebben wij juist onze tevredenheid betuigd met het werk van
de Overheid ten behoeve van de Utrechtse jeugd. Dat bij de Spinozabrug een kind is verdronken,
ligt zeker niet aan het gemis van een speeltuin. Immers, de betreffende jongetjes waren met een oude kinderwagen telkens weer van een ter plaatse aanwezige helling aan het rijden. Dat is hun noodlot geworden.
En in dit geval zou een kinderspeelplaats bepaald geen redding hebben gebracht.
De jongens zouden er niet aan hebben gedacht om een zeepkistenrace te houden in een speeltuin!
Red.U.N.
In de gemeenteraad van 6 december staat dit onderwerp op de agenda. Van Ultzen meent tevens dat de politie moet worden opgeleid in reddend zwemmen. De Ranitz zegt toe dit onder de aandacht te brengen van de politie-opleiding. En wethouder Bekker antwoordt dat er al twee kinderspeelplaatsen in de buurt zijn en dat er mogelijk nog een derde speeltuin bijkomt in de Makassarstraat.
Ook twee dagen na de opening van de Spinozabrug vindt er, op 9 november, een ongeluk plaats bij de brug. Het zesjarige meisje Marjan Konings van de Dantelaan staat voor de gesloten bomen van de nieuwe Spinozabrug te wachten en maakt gymnastische toeren aan de afsluitboom. De brugwachter waarschuwt haar meerdere keren. Maar als de boom weer omhoog gaat blijft het meisje er aan hangen. Zij gaat tot drie meter hoog mee de lucht in en laat zich daarna vallen. Zij moet met de ziekenhuiswagen naar het ziekenhuis worden gebracht. Haar vriendin en buurmeisje Koosje Witteveen is erbij en is dat anno 2018 nog niet vergeten.
Er zullen nog meer ongelukken volgen in de jaren hierna. Ook andere kinderen maken er een sport van om aan de hefboom te gaan hangen en bij het omhoog gaan te laat los te laten. Met kapotte knieschijven, gebroken polsen of nog veel erger tot gevolg. Zo herinnert Yollie van Liefland zich een dodelijk ongeluk in de begin jaren 70: Op de brug zelf is er eens een jongetje aan de hefbomen gaan hangen. Was een hete zomer toen. Dat jongetje is er toen afgevallen toen de hefbomen omhoog gingen. Het was echt een drama. Jongetje overleed ter plekke. Dit vergeet ik nooit meer. Fred Jonkman: Mijn vader was de brugwachter van dienst tijdens het ongeval. Hij was er helemaal kapot van.
Tot aan de komst van de St. Dominicusschool in 1956 aan het Beethovenplein gaan de katholieke kinderen uit de wijk naar de Antoniusschool in Lombok of de Majellaschool bij het Majellapark. Ze moeten altijd via de Muntbrug lopen totdat de nieuwe brug er is, voortaan kunnen ze over de Spinozabrug en dat maakt de route voor velen een stuk korter. Eén van hen, Gertjan Verkleij herinnert zich dat er tijdens zijn tocht naar school eens iemand met strenge vorst met zijn tong vastgeplakt zat aan de brugleuning.
Ook wordt de brug een geliefde plek om van af te duiken en in het water te springen. Een gevaarlijke onderneming met al dat scheepvaartverkeer op het Merwedekanaal.
Huisvrouwen op stap
Op 4 juni 1952 maakt een groep van 150 Utrechtse huisvrouwen op uitnodiging van het gemeentebestuur een uitstapje per bus waarbij ondermeer de Spinozabrug en de nieuwe wijk Halve Maan Zuid worden bezocht. De gemeente wil hen Utrecht in beweging laten zien. Doel is vrouwen beter bekend te maken met wat er in Utrecht leeft en wat er tot stand wordt gebracht. Het UN schrijft dat de huisvrouwen hun huis voor een dagje in de steek laten om in een bus als gast van het gemeentebestuur rond te toeren. Het wordt een leerzame en prettige dag.
Nawoord
In 1956 wordt er een moderne school van architect Dirk Schenk naast de brug gebouwd namelijk De Spinozaschool (zie blog Spinozaschool). Maar deze school is in 2002 helaas al weer afgebroken.
In 2014 komt er een fietstunnel door het bruggenhoofd aan één kant van de brug, de Spinozatunnel. Deze fietsdoorgang wordt op 24 november geopend. Deze onderdoorgang maakt deel uit van de hoofdfietsroute over de Keulsekade en is onderdeel van de provinciale fietsverbinding van Maarssen naar Nieuwegein.
De wanden in de tunnel worden vormgegeven door de in Oog in Al geboren beeldend kunstenaar Louise Hessel. Zij heeft in overleg en samen met een aantal bewoners tegeltableaus ontworpen. De tegels zijn groen (aarde) aan de kant van de wijk en blauw (water) aan de waterkant. De afbeeldingen hebben allemaal met de plaats van de tunnel te maken: vissen die in het kanaal zwemmen (naar oude schoolplaten in de MULO aan de Makassarstraat), oude foto’s van Douwe Egberts, een kaartje van het gebied, schepen en woonboten, maar ook een portret van Spinoza opgebouwd uit woorden. De tunnel vormt een verbinding van de Munt naar Douwe Egberts. Vandaar dat aan de ene kant van de tunnel een afbeelding van De Munt en munten te zien is en aan de andere kant een foto van Douwe Egberts.
In de tunnel kun je ook een spreuk van Spinoza lezen ‘Volledige kennis van iets veronderstelt ook kennis van zijn oorzaak.’ En er zijn scheepvaartuitdrukkingen aan de andere kant van de tunnel aangebracht. Zoals de spreuk: ‘Zonder geluk vaart niemand wel’.
Het tegelzetbedrijf Oostbörg uit Vleuten heeft de werkzaamheden uitgevoerd. De tegeltableau’s zijn tot stand gekomen met de inbreng van de bewoners Elly Posthumus, Harold van de Kamp, Willem Messer en Peter van de Riet. De tegel-tekeningen zijn van Cisca de Ruiter en het tegel-alfabet van Janno Hahn.
In 2016 wijst de gemeente een aantal gebouwen en complexen van naoorlogse bouwkunst aan als gemeentelijk monument. De Spinozabrug is daar één van. In de omschrijving en motivering van dit beeldbepalende gemeentelijk monument stipt de gemeente het volgende aan:
Motivering van de bescherming: De brug heeft een bijzondere typologie als tweevoudige rolbasculebrug, specifiek ontworpen voor de plek. Daarbij is het door de vormgeving (samenwerking met diverse architecten en kunstenaars) zeer beeldbepalend.
Monumentale waarden: De monumentale waarden zijn gelegen in de vormgeving van de brug en het daarbij toegepaste materiaalgebruik van gewapend beton bekleed met siermetselwerk van klinkerkeien en graniet. Tevens is de monumentale waarde gelegen in de typologie van de brug als dubbele rolbasculebrug. Onder de monumentale waarden van de vormgeving wordt tevens verstaan de wijze waarop de opritten en vleugelmuren zijn vormgegeven, en de specifieke ronde openingen in de kelder, de vormgeving van de ijzeren hekwerken en balustrades en van de gesloten kasten van de bedieningsmechanismen. Tot de monumentale waarden van de bovenbouw behoort tevens het brugwachtershuisje zowel in situering als in architectuur (vormgeving en overstek) en materiaalgebruik voor zover nog origineel en het kunstwerk van Pieter d’Hont (materiaalgebruik Franse kalksteen, kunstgraniet). Wijzingen: Het brugwachtershuisje is inrichting en detaillering van ramen en deuren kwijt, vervangen door traliewerk. Er is in 2014 een fietstunnel gemaakt in de brug aan de zijde van de Spinozaweg. |
Tegenwoordig wordt de brug niet meer door de brugwachter vanuit het bedieningshuisje geopend maar wordt de brug automatisch bediend bij het naderen van een boot. Het is de moeite waard als je over de brug (óf eronder door) loopt of fietst nog eens goed naar alle details te kijken.
Bronnen:
Foto bovenaan: De Spinozabrug in aanbouw met plantsoen in het midden van de Spinozaweg. De Spinozaweg houdt hier op 1951. Fotograaf F.F. van der Werf, HUA 70358
Gesprek met Koosje Witteman, oud bewoonster Dantelaan, december 2018
Herinner je Utrecht, 26 juni 2013
Het Utrechts Nieuwsblad van 14 december 1936, 4 maart en 19 november 1942, 17 mei 1947, 29 juni 1949, 14 februari en 3 juni 1950, 7 februari, 27 augustus en 8 november 1951, 5 juni 1952
Erfgoed van de wederopbouw, Utrecht 2016, Bettina van Santen
Wij zijn Dominicanen, St. Dominicusschool 1956-2006, Utrecht 2006, Sanne Jeurissen, Muriël Nohlmans, Anna Wits en Jelle van Zelst.
Gemeentelijke monumenten https://www.utrecht.nl/wonen-en-leven/wonen/monumenten/monumentenlijst/
Website Louise Hessel https://louisehessel.nl/opening-spinozatunnel/
Westsidestories https://www.westside-stories.nl/personen-frontpage/louise-hessel/ tekst: Steven van der Jagt en beeld: Thomas Duiker
Wikimapia.org
Dit verhaal bracht veel herinneringen naar boven.
Ja, die brug die er de hele oorlog half-klaar bij lag. Men zei dat kwajongens het kanaal overstaken via de al aanwezige onderbouw. Was natuurlijk streng verboden!
Dat weggetje van de brug naar de draaibrug bij Douwe Egberts… wat heb ik het vanuit de Dantelaan vaak gelopen. Aan mijn rechterkant het kanaal met de aangemeerde boten en schippersfamilies; links een paar boerderijen en erachter open land met slootjes waarop wij in de winter schaatsten.
Nu is alles volgebouwd want de mens heeft een woning nodig.
Maar het was mooier TOEN.
Leuk verhaal weer, Anna. Interessant om meer te weten over de brug waar ons huis op uitkijkt!